Het dappere kleermakertje slaat 7 vliegen dood in 1 klap

Het Dappere Kleermakertje

Het dappere kleermakertje (of het dappere snijdertje). De kleermaker die het knap van zichzelf vindt dat hij zeven vliegen in één klap kon doden.

Het verhaal in het kort

Het kleermakertje was aan het werk toen er een vrouw voorbij liep die moes verkocht. Heerlijke moes voor op het brood. Dat wilde de kleermaker wel en kocht een pot en smeerde het op zijn brood. Het smaakte goed. Maar hij moest even zijn werk afmaken en liet het brood met de moes even liggen.
Toen kwamen er vliegen op de moes af omdat die zo lekker zoet rook. De kleermaker vond dat erg vervelend en pakte een lap en sloeg er een keer flink mee. Hij had zeven vliegen in 1 keer doodgeslagen. Dat vond hij wel erg knap van zichzelf.
Hij maakt een band en borduurde daarop de tekst: Zeven in één klap.
Daarop trok het kleermakertje de wereld in want iedereen moest weten hoe goed hij was. Hij nam een stuk kaas mee en even verderop zat een vogel verstrikt in de bosjes en die maakte hij los en nam hij ook mee.

Toen hij later een reus tegenkwam liet het kleermakertje de band zien aan de reus. Die dacht dat hij zeven mensen had neergeslagen en dat vond hij best knap. Maar zei hij, kun je ook water uit een steen persen? Het kleermakertje pakte de kaas uit zijn zak en kneep erin. Het vocht liep eruit.
De reus vond het bijzonder en gooide een steen heel hoog in de lucht. Vind je dat hoog zei de kleermaker. Hij pakte de vogel uit zijn zak en gooide die omhoog. De vogel was blij met zijn vrijheid en vloog natuurlijk heel hoog en heel ver weg.
Zo kwamen er nog een paar beproevingen en steeds bedacht het kleermakertje een list en lukte het om de opdracht uit te voeren.
Veel later kwam hij ook bij een koning aan waar hij ook vertelde hoe goed hij wel niet was. Ook de verhalen met de reus kwamen er natuurlijk bij.
De koning vond dat hij het bos in moest om twee reuzen te verslaan omdat het volk er zo'n last van had. Hij kreeg honderd ruiters mee om hem te helpen. Maar hij zei aan de rand van het bos tegen de ruiters: Wacht hier maar ik doe het wel alleen.
Hij zocht de reuzen op en die lagen te slapen. Hij klom in een boom en ging stenen op de ene reus gooien. Die dacht dat de andere het bij hem deed en ze kregen ruzie en gingen op elkaar inslaan.
De ruiters mochten de andere ochtend komen kijken zagen twee in elkaar geslagen reuzen liggen en dachten dat de kleermaker dat gedaan had.
De koning had zijn dochter beloofd aan het kleermakertje maar dat wilde de koning nu toch niet nakomen. Het kleermakertje moest ook nog een eenhoorn vangen. Ook dat deed het kleermakertje en een wild zwijn vangen als laatste opdracht lukte ook nog. Dus mocht het kleermakertje met de prinses trouwen en werd hij koning van het halve koninkrijk. Ze leefde nog lang en gelukkig.